Tot in de Middeleeuwen zijn planten/kruiden de voornaamste grondstof voor geneesmiddelen geweest. De kloosters, druïden en kruidenvrouwen hadden vaak hun eigen verzameling die ze zelf kweekten en onderhielden. Oorspronkelijk gebruikte men de plant zelf als geneesmiddel, maar vanaf begin 19e eeuw ging men ertoe over de werkzame bestanddelen uit de plant af te scheiden en deze als geneesmiddel aan te wenden. Soms kunnen daardoor meer bijwerkingen ontstaan omdat in de plantendelen zelf mogelijk stoffen zitten die van nature de anders voorkomende bijwerkingen terugdringen. Ook in de huidige geneesmiddelen- industrie worden naast chemische, altijd nog natuurlijke stoffen gebruikt die onttrokken worden aan deze medicinale kruiden. In de homeopathie, de aromatherapie en bloesemtherapie zijn planten en plantendelen de grondstoffen waar de producten van gemaakt worden.
Diverse kruiden met ieder hun eigen specifieke toepassing: moederkruid, dropplant, hartgespan, taxus en Acanthus mollis. |