`

Composthoop

Op de composthoop wordt in de loop van het seizoen overig tuinafval (grasmaaisel, bladeren, overtollige plantendelen en dergelijke) verzameld. Door het fijnhakken van grotere stukken tot kleine stukken van maximaal 10 centimeter ondergaat deze stapel een transformatie van afval naar compost met behulp van dieren (o.a. wormen) en micro-organismen. Deze verteren het geheel in eerste instantie tot 1e jaars compost. Na één seizoen wordt het omgezet en in een volgende bak gestort waar het weer blijft liggen voor het volgende verteringsproces. Zo gaat het verder tot het in het 4e jaar of zelfs al eerder tot humus is vergaan. Deze humus is een waardevolle aanvulling voor de bodem met mineralen en bodemleven die lucht in de bodem brengen bijvoorbeeld door het graven van gangen (o.a. wormen). Ook is lucht belangrijk vanwege de zuurstof, vandaar dat er ook soms een buis in de bak staat. De temperatuur kan door het verteringsproces, waar energie bij vrijkomt, wel oplopen tot 60 C. Dit is een temperatuur die voldoende hoog is om de meeste ziektekiemen te doden. 

Bacteriën en schimmels breken het afval af. Er worden bij dit afbraakproces allerlei stoffen gevormd die weer een voedingsbodem voor andere organismen zijn. De energie die vrijkomt dient gedeeltelijk om de levende organismen op te bouwen. De overige energie die niet als zodanig gebruikt wordt komt vrij in de vorm van warmte. De bacteriën en schimmels in de composthoop produceren ook een aantal antibiotica. Deze zorgen ervoor dat bepaalde bacterien in de compost niet kunnen groeien.

 witte schimmeldraden in composthoop

Als de bacteriën hun werk gedaan hebben en de temperatuur is weer gezakt, dan zien we schimmels en regenwormen verschijnen. Als de regenwormen hun taak erop hebben zitten dan zit de compost vol met gangetjes en wordt het kruimelig. De compost is nu rijp voor gebruik.