WisselteeltEr is veel onderzoek gedaan naar de invloed van planten op elkaar via concurrentie om licht, nutriënten etc. Sinds kort is echter ook gebleken dat planten elkaar en zichzelf kunnen beïnvloeden via organismen in de bodem (plant-soil feedbacks). Rond de wortels van een plant kunnen zich bijvoorbeeld bacteriën ophopen, die schadelijk zijn voor andere planten of die juist schadelijk zijn voor zichzelf en daardoor indirect andere planten helpen. Het Nederlands Instituut voor Ecologie doet onderzoek naar het verschijnen en verdwijnen van graslandplanten in veldproeven op de Hoge Veluwe. Om nog beter te voorkomen dat bij de tuinbouw of akkerbouw ziektes of ongedierte hun kans krijgen, past men wisselteelt toe. Veelal deelt men de moestuin in vier elementen in: vlinderbloemigen, kruisbloemigen, nachtschadeachtigen en overigen. Deze vakken schuiven ieder jaar op waarbij de planten maar 1x per 4 jaar op dezelfde plek komen. Sommige planten zet men zelfs maar 1x per 8 jaar op dezelfde plek. CombinatieteeltDit is het gebruik maken van de positieve of nadelige invloed die planten op elkaar uitoefenen. Afrikaantjes en uienDenk hierbij aan Tagetes patula (lage stinkertjes of afrikaantjes) die via hun wortels bepaalde stoffen afgeven waardoor de aaltjes worden geweerd. Die aaltjes parasiteren de wortels van rozen waardoor ze niet echt gedijen. Door Tagetes in de buurt, tussen of onder rozen te planten, zullen de rozen geen last hebben van die parasiterende aaltjes. Een ander mooi voorbeeld is het misleiden van de wortelvlieg op zoek naar wortels voor het leggen van hun eitjes door ajuin naast de wortels aan te planten. Tegelijkertijd wordt de uienvlieg misleidt door de geur van de wortels. Enkele andere voorbeelden van goede of slechte combinaties: Aardappelen |