Sint Janskruid

De wetenschappelijke naam van Sint Janskruid is Hypéricum perforátum. Perforátum betekent doorboord. Wat is namelijk het geval? Aan de rand van het blad zitten vele doorschijnende oliekliertjes en wanneer men nu het blad tegen het licht houdt, dan geeft de bladrand de indruk of deze doorboord is.

De naam St. Janskruid kreeg de plant omdat zij rond 24 juni (=St. Jan) haar hoogste bloei bereikte. Wrijft men de jonge bloemknoppen  tussen de vingers fijn dan komt een bloedrood sap, een etherische olie, te voorschijn. Dit sap werd met olijfolie vermengd en als een soort wondheelmiddel verkocht.

Bijgeloof

Het is niet vreemd dat dit kruid altijd geassocieerd is met de zomerzonnewende. Sint-Janskruid, met zijn zonnige gele meeldraden en bloemen, is in oude astrologische kruidboeken altijd geassocieerd met de Zon en Leeuw. Daarnaast lijken de bloemen te bloeden; knijp in een bloemknopje en het laat een donker rood-paarse vlek achter op je vingers.
Met de verspreiding van het Christendom door Europa werd de plant steeds meer geassocieerd met Johannes de Doper. Als de bloemen op of na Sint-Jan in olie worden gezet, produceert dit een bloedrode olie die mensen deed denken aan het bloed van de onthoofding van Sint Jan. In sommige culturen wordt Sint-Janskruid nog steeds verbrand in zonnewendevuren als onderdeel van magische rituelen, waarbij gezongen, gedanst, gebeden en symbolische ceremoniën gehouden worden.

Gebruik

Sint Janskruid bevat stoffen die een anti depressieve werking hebben. En wordt nu nog in geneesmiddelen gebruikt.

Sint Janskruid werd ook als verfstof gebruikt. Zowel de bloeiende toppen als het gehele kruid werden gebruikt om stoffen te verven: Met bloeiende toppen geeft men wol een oranje-gele kleur, met het gehele kruid is het resultaat meer citroengeel.

> naar boerenwormkruid
> naar bezoekersenquête