Wede

Wede (Isatis tinctoria) is een kruisbloemige die tot 1 meter hoog kan groeien. De bladeren zijn glad en zitten aan een stengel met een pijlvormige voet. De bloeitijd is mei – juni met kleine gele bloempjes. Als de zaden rijpen dan gaan de langwerpige hauwtjes waar ze in zitten hangen. De plant is een waardplant voor de vlinders: het oranjetipje en het groot koolwitje.

Als er voldoende zaden zijn dan is het zaad bij de IVN tuin te koop gedurende de tijdstippen dat een gids aanwezig is: (april-oktober op zondag van 14.00 -17.00 uur en in juli-augustus dagelijks van 14.00-17.00 uur behoudens erg slecht weer.)

De vindplaats is langs rivieroevers en soms in de duinen. 
Vroeger gebruikte men deze plant voor het winnen van blauwe verfstof. Later is deze plant vervangen door de Indigoplant. 

Een leuke anekdote

Volgens Julius Caesar verfden de Britten in zijn tijd hun lichaam en gezicht met wede blauw als ze ten strijde trokken om er afschrikwekkend uit te zien. 

Waar komt de uitdrukking “blauwe maandag” vandaan?

Men beweert dat het zou komen vanwege het verfproces. Om wol blauw te verven, werd deze eerst in een gele kleurstof geweekt. Vervolgens ging de wol in een bad met (menselijke) urine om de verf kleurecht te maken. Zo hechtte de verfstof zich goed aan de wol, die daarna te drogen werd gehangen. Tijdens het drogen kwam de gele kleurstof in aanraking met zuurstof uit de lucht, waardoor de kleur veranderde in indigo, een blauwe kleur die niet meer uit de wol gewassen kon worden. 

De wol werd traditiegetrouw op zaterdag in de week gezet en op maandagochtend opgehangen om te drogen en blauw te worden. Op een blauwe maandag konden de wolververs dus niet werken. 

> naar sint janskruid
> naar bezoekersenquête